blog | 8 januari 2016

Grafrede

Chapeau voor de VPRO- voorzitter, een genuanceerd precisie schot. Zorgvuldig en behoedzaam geformuleerd dunkt me: ‘De schijn van politieke partijdigheid’.

VPRO directeur haalt uit naar Dekker

Of Brussel tot die slotsom komt en dan een stokje voor deze benoeming zal steken is maar zeer de vraag.
De strijd tegen de Publieke Omroep is vooral een kruistocht van verongelijkte VVD en PVV politici. En op basis van oneigenlijke argumenten. Amusement, zo vinden de kruisvaarders, hoort bij ‘de commerciëlen’. Een makkelijke redenering die voor de oppervlakkige waarnemer zeer aannemelijk klinkt. Zo lang in de structuur van de Publieke Omroep echter besloten ligt dat een deel van de financiering voortkomt uit reclamegelden, is het euthanasie. Met het weghalen van het amusement, dat een miljoenenpubliek trekt, (Boer zoekt vrouw etc) zullen veel grote adverteerders voor andere podia kiezen om hun waar aan te prijzen. Zo verliest de Publieke Omroep dus opnieuw miljoenen. De lobby van de commerciële omroepen (en sommige kranten) werpt z’n vruchten af. De plannen van Dekker voorzien niet in compensatie, integendeel.
Een andere veelgehoorde kreet in VVD/PVV kring is dat de Publieke Omroep ‘links’ is. Daarbij wordt vooral gewezen op kritische journalistiek. Zeer misplaatst. Een journalistieke taak is onderzoek doen naar macht. Politieke, culturele, zakelijke. Misstanden boven water tillen, schandalen onthullen, fraude, corruptie, nepotisme in het volle licht zetten . Dat heeft niets te maken met links of rechts. Het gaat om waarheidsvinding zonder politieke agenda of welk ander belang dan ook, behalve die waarheidsvinding zelf. Een type journalistiek dat maatschappelijk overigens rendeert. Het levert immers geld, discussie en nieuwe inzichten op.
De VVD/PVV agenda is gefundeerd op simplistische en stuitende prietpraat, verwoordt door een studentikoze staatssecretaris die van toeten noch blazen weet en niet eens kijkt naar de programmering die hij blijmoedig de nek omdraait.
Zijn beleid stuit op weinig substantiële politieke tegenspraak. Dat komt omdat de verzwakte coalitiepartner PvdA andere agendapunten heeft waarmee men probeert electoraal nog enig herstel te plegen. Je hard maken voor een sterke Publieke Omroep levert die stemmen niet op. Dus mag de VVD haar afbraakbeleid voeren.
Van maatschappelijk verzet is al helemaal geen sprake. Dat is, mede het gevolg van -een enkele uitzondering daar gelaten- zwakke, navelstarende omroepbestuurders. En een imagoprobleem. Hilversum slaagt er maar niet in transparant te zijn over haar financiële huishouding. Evenmin lukt het om één heldere lijn te trekken als het gaat om het aan banden leggen van bestuurlijke topsalarissen en schnabbelende presentatoren. Het levert een dodelijk beeld op: grootverdieners die anderen de maat nemen. En het publiek, dat houdt niet van ‘graaiers’ en al helemaal niet wanneer de salarissen van die ‘zakkenvullers’ ten dele met hun belastinggeld worden betaald. Een godsgeschenk voor de tegenstanders van de Publieke Omroep die dat beeld en die feiten begrijpelijk ten volle benutten om hun afbraakagenda ten uitvoer te brengen. Hardwerkende omroepmedewerkers en journalisten zwengelen de discussie aan maar het leidt tot weinig of niets. Hun bazen bewegen niet of nauwelijks. Ze realiseren zich kennelijk niet hoe desastreus het imago is voor de geloofwaardigheid. Zo lang de impasse niet wordt doorbroken, zal ook de activistische omroepspreekbuis Jan Slagter (Omroep MAX) er niet in slagen bussen vol boze kijkers naar het Malieveld te krijgen. Waarmee de cirkel rond is en het ‘Publieke Omroepgraf’ tot nu toe vrijwel ongehinderd gedolven wordt.
Er is geen ‘schijn’ zoals de VPRO- voorzitter zo netjes stelt, nee, er is ‘politieke partijdigheid’ en vooral veel treurnis.
Ik heb, u merkt het, de nuance al laten varen maar dat mag in een grafrede.